Trampolinespringen is natuurlijk hartstikke leuk, maar het kan ook vele gevaren met zich mee brengen. Je kan niet overal en altijd trampoline springen. Het is belangrijk om vooraf een goede plek te verzinnen voor de trampoline want die plek moet nogal aan wat eisen voldoen. Daarom zie je hieronder 6 handige en bruikbare tips voor het plaatsen van een trampolines en het gebruik er van. Tip 1 Zorg voor een vlakke en zachte ondergrond. De trampoline moet natuurlijk stevig staan, dus een vlakke ondergrond is essentieel. Kijk daarbij wel uit voor te harde ondergronden. Een vlakke ondergrond is meestal van tegels of asfalt, maar deze ondergrond is veel te hard voor trampolines. Zorg daarom voor een ondergrond van gras of rubber. Tip 2 Zet de trampoline rand op gepaste afstand van bomen, muurtjes of andere gevaarlijke obstakels. Denk daarbij ook aan de hoogte, er moet niets boven de trampoline hangen tot een afstand van zo’n 7 à 8 meter. Tip 3 Zorg voor een veiligheidsnet. Een veiligheidsnet kan voorkomen dat kinderen naast de trampoline vallen. Dit kan veel grote ongelukken voorkomen. Tip 4 Blijf altijd in het midden springen, hierdoor ga je recht omhoog. Door aan de trampoline rand te springen wordt je niet omhoog maar opzij gelanceerd. Hierdoor kan je gemakkelijk van de trampoline af vliegen. Tip 5 Pas op met en na regen. Kinderen vliegen altijd de deur uit als het gestopt is met regenen, maar pas wel op met de trampoline. Door de regen is de trampoline glad geworden waardoor je snel kan uitglijden. Bij een hoge sprong kan je hierdoor lelijk terecht komen en het breken van botten is hierbij niet uitgesloten. Tip 6 Hou de status van de trampoline in de gaten. Tijdens het springen op de trampoline kunnen veren losraken en zichtbaar worden. Zorg er daarom altijd voor dat je voor gebruik van de trampoline alle veren checkt of ze nog goed zitten. Daarnaast is het slim om deze te bedekken. Omdat deze van ijzer zijn, kunnen ze flinke verwondingen veroorzaken. |
https://www.trampolines.nl/ |